Lake Namtso

We verlaten Rongbuk en rijden via dezelfde weg terug naar de Vriendschaps snelweg. We overnachten in Shigatse. De volgende dag steken we de Yarlung Tsangpo rivier over en rijden dan noordwaarts het Namtso Lake. We verlaten de vallei van de Yarlung Tsanpo en rijden via Een lokale weg naar Yanbaling. Op de akkers zijn de boeren aan het werk. We volgen de rivier stoomopwaarts naar de Tibetaanse hoogvlakten. Aan een bergmeer nemen we een rustpause. De route leidt ons verder door een landschap met een aantal 7000 meter hoge bergen op de achtergrond. Yaks zijn uitermate geschikt voor het leven op grote hoogte. Ze voelen zich op hun best op hoogtes tussen de 3000 en de 6000m. De Yaks die over de hoogplateau’s trekken zijn enorme dieren die tot 2m hoog kunnen worden en vaak bijna een ton wegen. We rijden nu op een hoogte rond de 5000 meter boven de zeespiegel. In de uitgestrekte vallei zien we hier en daar een gebedstoren of een nomaden hut. We passeren het stadje Yambajan Het ligt op een hoogte van 4.300 meter, de bergtoppen aan de noord- en zuidkant liggen boven de 5.500 en reiken tot 6.000 meter.
De weg wordt er niet beter op, Toch hebben we nog vele kilometers piste voor de boeg. Hier zijn veel hydrothermale putten voor het opwekken van elektriciteit. Ze liggen verspreid in het hydrothermale gebied van Yambajan. Yambajan Hydrothermal fabriek is momenteel de grootste hydrothermische energiecentrale in China. De hydrothermale energie uit de hydrothermale putten wordt getransporteerd via de Pijpleidingen en drijft de turbines in de hydrothermische energiecentrale aan om zo goedkope en milieuvriendelijke elektriciteit op te wekken voor Lhasa en het omliggend gebied. Het warmwaterbronnenveld van Yangbajan ligt op een hoogte van 4.290 tot 4.500 meter. Hierdoor zijn ze de hoogst gelegen warmwaterbronnen in China en mogelijks ook van de wereld. De hoogste temperatuur in het boorgat bedraagt 125,5°C. Om de benen te strekken maken we een kleine wandeling naar een nabij gelegen gebedstoren.
We rijden over de De Nagqu Lhasa snelweg. Deze ligt op een gemiddelde hoogte van 4500 meter en dat maakt hen tot de hoogste ter wereld. De weg naar Namsto is een tolweg en er moet 80Y per persoon betaald worden. Na 25 km bereiken we de Laken-pas op een hoogte van 5186 meter. Het is de enige plaats om door te reizen naar Nam Sto en het is een heilige plaats voor de Tibetanen. Bij de pas staat een stenen tablet en de Mani Pile hangt vol met gebedsvlaggen. Als je op de pas staat en in de verte kijkt, voel je je verbonden met de krachtige en uitgestrekte natuur. Namtso, is een groot en prachtig zoutmeer. Het wordt ook Hemels Meer genoemd. Het ligt op 4718 meter hoogte en ongeveer 240 km ten noordwesten van Lhasa. We nemen onze intrek in het Namtso Holy Lake Guest house gelegen op een schiereiland in de zuidoosthoek van het Namtso meer. Het guest house is enkel geopende van eind April tot einde October. Het beschikte over een gezamenlijke ruimte in typisch Tibetaanse stijl. De slaapvertrekken zijn basic.Aan de voet van enkele heuvels ligt het kleine Tashi Dor Klooster. Het behoort tot de Tibetaans boeddhistische Nyingma-orde. Bij het klooster is een kora, een heilige wandeling die ongeveer een uur duurt en die voert langs gebedsvlaggen, heilig water, kluizenaarsgrotten, mani-stenen en een chorten. Vanaf eind april vriest het hier niet meer en dan komen de nomaden naar hier om hun kudden te laten grazen op de uitgestrekte graslanden Zij slaan er voor het zomerseizoen hun tenten op en zorgen voor de yaks en de schapen.
Namtso is het hoogste gelegen zoutwatermeer in de wereld en het op één na grootste zoutwatermeer in China. Het meet 70 bij 30 km en heeft een diepte tot 25 meter. Het water is er prachtig helderblauw. Het meer wordt aan de zuidzijde omringd door de met sneeuw bedekte bergtoppen van de Nyenchen Tanglha keten die tot boven de 7000 meter uitrijzen. We wandelen langs de oevers van het meer en zoeken een geschikt plaats uit om te genieten van een prachtige zonsondergang.
Het is ijzig koud als we de volgende morgen Namtso verlaten. De Chinesen hebben hier zelfs een uitzichtpunt gemaakt om de Nyenchen Tanglha berg keten en de eindeloze omringende grasvlakte te aanschouwen. We steken terug de Laken-pass over. Het is eind Oktober en sommige kleine meren zijn reeds bevroren. De Nagqu Lhasa snelweg leidt ons naar Tsurphu. De oorsprong van de naam Sera klooster is niet zeker, maar vermoed wordt dat het in verband is met de oorspronkelijke plaats waar het klooster gebouwd werd want het betekend zoveel als “omringd door wilde rozen”. Het klooster werd voorbehouden aan rondzwervende monniken, vooral Mongoolse monniken. We rijden door de Drowolung vallei, en bezoeken een boeren dorpje. Als we in Tsurphu aankomen is het tijd voor de lunch. Daarna bezoeken we het op 4300 meter hoog gelegen klooster. Het Tsurphu-klooster is de zetel van de Karmapa, de tibetaanse school van de “black hats” boeddhisten met als leider Karma Kagyu, In 1966, aan het begin van de culturele revolutie, werd het klooster volledig verwoest. Vanaf de jaren 1980 werd het klooster herbouwd en de wederopbouw is nog steeds aan de gang. Dukang Hall is het hoofdgebouw. De moeite waard is te vermelden dat het opmerkelijke reïncarnatiesysteem van levende Boeddha's in het Tibetaanse boeddhisme hier zijn oorsprong vond. De grote zaal is omgeven door 4 Datsans. De prachtige oude boeddhistische tempel bestaat uit een groep gebouwen met sutrazalen, heiligdommen, monnikenwoningen, lachangs en stiltekamers. Ook worden gebouwen gerestaureerd en nieuwe worden bijgebouwd.
Er leven nu al meer dan 300 monniken in het klooster.
DSF Production