De Galápagos-archipel wordt 's werelds grootste planten- en dierentuin genoemd. Door de vulkanische oorsprong en zeer geïsoleerde ligging komen er vele bijzondere diersoorten voor die nergens anders op aarde voorkomen. Gedurende acht dagen bezoek je de Archipiélago de Colón, zoals de Galápagos eilanden sinds 1892 officieel heten. De eilanden danken hun naam aan hun meest indrukwekkende bewoner, de reuzenschildpad. Galapago is het oud-Spaanse woord voor schildpad. Charles Darwin kwam naar de Galápagos in september 1835 met het onderzoeksschip Beagle en bracht er ongeveer 5 weken door met het bestuderen van de geologie en biologie van vier van de eilanden. Mede door dit bezoek aan de eilandengroep, ontwikkelde Darwin zijn evolutietheorie. De naar hem genoemde Darwinvinken zijn een bekend voorbeeld van de evolutietheorie. Door het ontbreken van natuurlijke vijanden, zoals roofdier en mens, hebben de dieren van de archipel hun schuwheid verloren. Dit geeft je de gelegenheid oog in oog te staan met pinguïns en zeldzame vogels zoals de blauwvoet jan-van-gent, de fregatvogel, de albatros of de roze flamingo. Je kunt zwemmen tussen zeeleeuwen, schildpadden of roggen. De Galápagosarchipel heeft een grondoppervlak van 8000 km2 verspreid over ca. 16 eilanden. Sommige eilanden zijn als gevolg van vulkanische activiteit ongeveer 5 miljoen jaar geleden ontstaan, andere zijn wat jonger. Diverse vulkanen zijn nog altijd actief en komen van tijd tot tijd tot uitbarsting. De lagere eilanden, waar het landschap gedomineerd wordt door stekelige vijg cactussen, zijn zeer droog en onvruchtbaar. Op de grotere, hogere eilanden vind je meer vruchtbare hellingen met dichte, groene vegetatie. De eilanden hebben zich door hun geïsoleerde ligging volledig endemisch kunnen ontwikkelen.